Rana

Rana (32) is leerkracht Engels op een Freinetschool in Brussel.

Hoewel Vlaanderen te kampen heeft met een nijpend lerarentekort, is er nog steeds weinig kleur te zien binnen het onderwijs. Slechts 6,4 procent van de Vlaamse leerkrachten heeft een buitenlandse herkomst, blijkt uit een nulmeting van de Vlaamse overheid. In Brussel staat met 13,7 procent bijna het dubbele aantal leerkrachten met buitenlandse roots voor de klas. Eén van hen is Rana, die sinds kort met plezier les geeft.

Rana kwam in 2013 naar België, waar ze een inburgeringscursus volgde. Vervolgens kon ze met haar diploma als vertaalster snel aan de slag als freelance taaltrainer. Na een tweede job als wervings- en oriëntatiemedewerker bij het Agentschap Integratie en Inburgering, besliste ze om opnieuw achter de schoolbanken te kruipen en een lerarenopleiding te volgen.

“Mijn passie voor het onderwijs begon al toen ik nog op de universiteit zat”, vertelt Rana. Ze gaf toen bijlessen aan jongeren als bijverdienste in de zomervakantie. “Maar ik durfde de stap naar het onderwijs niet te zetten omdat ik zag hoe mijn moeder – die ook leerkracht was – steeds uitgeput was door haar job.”

Dankzij coronacrisis

Het is dankzij de coronacrisis dat Rana de sprong in 2020 toch durfde wagen. “Het was voor mij een groot voordeel dat de lessen toen online en van op afstand georganiseerd werden”, vertelt ze. “Ik kon van aan het begin al aan de slag als leerkracht in opleiding. Ik had dus al een halftijdse job in het onderwijs en een voltijdse job als mama, ik had echt tijd nodig om thuis te blijven”, klinkt het. “De digitale ontwikkeling was een belangrijke beweegreden voor mij.”

Uitdagingen van de opleiding

De opleiding zelf was voor Rana niet altijd even makkelijk. Zo was de opleiding volledig in het Nederlands georganiseerd. “Dat is mijn derde taal”, vertelt ze. “Ik heb geen academisch taalniveau behaald in het Nederlands, dus ik moest mijn teksten steeds laten nalezen door mijn collega’s of mijn man.”

Daarnaast was ook haar andere herkomst een uitdaging. “Het onderwijs hier is anders dan het onderwijs dat ik zelf heb gehad”, klinkt het bij de Palestijnse Rana, die opgroeide in Saoedi-Arabië. “Het was heel ingewikkeld om het Belgische schoolsysteem te begrijpen.”

Rana vertelt hoe ook de cultuurverschillen soms naar boven komen. “Mijn leerlingen praatten ooit met één van mijn collega’s over Vlaamse kinderliedjes, maar ik ken die allemaal niet. Da’s geen groot probleem, maar het creëert wel wat afstand.”

Andere herkomst als pluspunt

Hoewel haar andere herkomst het haar niet altijd makkelijk heeft gemaakt, ziet Rana die toch als een groot pluspunt bij het lesgeven. “Ik geef les in Brussel, waar de meeste klassen en scholen multicultureel zijn”, vertelt Rana. “Door mijn andere herkomst kan ik de culturele verschillen tussen mijn autochtone collega’s en ouders van een andere herkomst beter begrijpen. Ik voel dat ik soms de rol van culturele bemiddelaar kan spelen en een brug kan bouwen tussen die twee.”

Voor Rana is het duidelijk: zij zou ex-inburgeraars zeker aanraden om de stap naar het onderwijs te zetten. De sector heeft volgens haar veel mankracht nodig, maar tegelijk ook meer mensen met een multiculturele achtergrond. “Als je als inburgeraar geduld, creativiteit en een passie voor het onderwijs bezit, ga er dan zeker voor!”