Rawan Foto: Lies Willaert

Na haar vlucht uit de Gazastrook wilde Rawan zo snel mogelijk op haar eigen benen staan. Ze werkt nu als shipping and documentation specialist.

Rawan Hamada werd geboren in Irak en verhuisde op haar vijftiende naar de Gazastrook. Daar studeerde ze Engelse en Franse literatuur aan de universiteit. Ze had er verschillende jobs, onder meer als vertaler voor de BBC. “Maar ik kreeg persoonlijke problemen en moest bescherming zoeken in een ander land,” vertelt ze. Samen met haar man verhuisde ze in november 2018 naar België en kreeg hier asiel.

Job gevonden na acht maanden

De ambitieuze, jonge vrouw wou zo snel mogelijk haar leven hier op de rails krijgen. Ze schreef zich in voor het inburgeringstraject en begon meteen te solliciteren. “Andere migranten vertelden me: je zult hier hooguit werk vinden als arbeider,” herinnert ze zich. Ze weigerde om zich hierbij neer te leggen. “Ik spreek drie talen en mijn diploma werd erkend. Ik kwam naar België om bescherming te zoeken, maar wil ook mijn carrière verder uitbouwen.” Keer op keer liepen sollicitaties op een teleurstelling uit en kreeg ze te horen dat ze beter Nederlands moet kunnen voor de job. Tot ze via een interimkantoor aan de slag kon bij Nipro, een Japans bedrijf dat farmaceutisch materiaal en verpakkingen verkoopt. Haar kennis van het Arabisch en Frans komt bij haar baan als internationale shipping and documentation specialist goed van pas. “Ik had geluk. Acht maanden na mijn aankomst in België had ik al werk.”

Vrijheid

Onafhankelijk en vrij zijn, is voor Rawan heel belangrijk. “Het verschil met het leven in de Gazastrook is heel groot. Daar mocht ik als vrouw niet met de fiets rijden. Mijn man leerde me hier fietsen. Nu doe ik dat heel vaak. Vrouwen mogen er bijvoorbeeld ook geen chauffeur worden of een technisch beroep uitoefenen. Het is geweldig om vrijheid te kennen en om toegang te hebben tot technologie en transport.”

Vooroordelen

De keerzijde van het leven hier, vindt Rawan, is dat het zo moeilijk blijkt om Belgische vrienden te maken. “De mensen hier lijken me niet altijd open te staan voor contacten met mensen uit andere culturen. Belgen moeten ook leren om verschillen te accepteren en meer betrokken te zijn bij de integratie van nieuwkomers.” Ook wordt ze soms geconfronteerd met vooroordelen. “Ze denken dat ik een extremist ben als moslim en Palestijn. Of dat vrouwen met mijn achtergrond geen carrière mogen maken. Dat veralgemenen is echt niet goed. Iedereen heeft zijn eigen cultuur en we maken allemaal deel uit van dezelfde maatschappij.”