Ahmed woont nu zes jaar in België. De rest van zijn familie verblijft in Turkije, een deel is nog in Syrië. Hij heeft regelmatig online contact met hen, maar minder met familieleden in Syrië, omdat daar niet altijd elektriciteit voorhanden is. 

 “Ik wil hier in België als huisdokter aan de slag. Mijn diploma geneeskunde uit Syrië volstaat hier niet. Daarom doe ik in België de laatste drie jaren van de master geneeskunde opnieuw. Ik zit nu in het laatste jaar. Tijdens mijn stages spreek ik met patiënten. Dat lukt goed wanneer ik medische termen kan gebruiken. Maar het wordt moeilijk als er over gewone dingen uit het leven wordt gepraat, bijvoorbeeld wanneer mensen het psychisch moeilijk hebben. Daarom kom ik naar Babbelut, om die gewone gesprekken te oefenen en meer woordenschat te leren.”   

“Elke taal vraagt een andere mechaniek in de mond om klanken te produceren. In het Arabisch hebben we wel een b, maar geen p. Dus wanneer ik ‘pijn’ wil zeggen, komt dat er vaak nog uit als ‘bijn’, of zelfs ‘been’, want de ij is ook geen gemakkelijke klank. Conversatietafels zijn voor mij belangrijk om al die klanken juist te leren uitspreken. Als ik Nederlands spreek, moet ik heel bewust mijn larynx (strottenhoofd) ontspannen!”   

“Het probleem is dat in Brussel ook Nederlandstalige mensen vaak Frans spreken. Wij horen niet veel Nederlands op straat. Het is niet vanzelfsprekend om een Nederlands gesprek te hebben.”   

“Ik weet nog helemaal niet waar ik mijn dokterspraktijk zal kunnen starten. Misschien wel in Antwerpen of in Gent? Soms gebruiken mensen andere woorden voor dezelfde dingen. Des te beter ik Nederlands kan, des te sneller het mij zal lukken om mensen te begrijpen.”